Berimbau deel 1: Het ontstaan van de Berimbau

Een interessant artikel waarin de ontwikkeling van de berimbau beschreven wordt is van Kay Schaffer (1977). Dit artikel is in 2007 vertaald door McHugh, de Engelse versie heet The berimbau-de-barriga And it´s toques. Voor dit stuk heb ik onder andere gebruik gemaakt van dit artikel.

De ontwikkeling van de Berimbau kent een lange en niet geheel duidelijke geschiedenis. Er wordt dus ook veel gespeculeerd over waar de Berimbau precies vandaan zou komen. De muziekboog zou één van de oudste muziekinstrumenten zijn. Sommige archeologen zeggen dat het is ontstaan naar aanleiding van de pijl en boog, andere beweren juist dat de muziekboog tot de pijl en boog heeft geleid. Of één van deze twee beweringen klopt zullen we nooit exact kunnen stellen. Interessant zijn echter de muurschilderingen in Frankrijk die dateren uit de periode rond 15.000 voor Christus. In deze muurschilderingen zijn afbeeldingen te zien van muziekinstrumenten die lijken op een primitieve Berimbau.

Veel capoeiristas denken dat de Berimbau is ontwikkeld in Brazilie, er zijn echter veel aanwijzingen tegen deze aanname. In 1881 waren al ontdekkingsreizigers, in Benguela (Afrika) die tekeningen maakten van een Berimbau achtig instrument. Het is zeer onwaarschijnlijk dat dit instrument, samen met de bijbehorende kennis over hoe het te maken/te bespelen etc. van Brazilie naar Afrika is overgebracht. De reden hiervoor is dat het bespeeld werd door arme lokale bevolking die normaliter nooit een dure en lange reis van Brazilie naar Afrika zouden kunnen maken. In 1889 beschreef Ladislau Batalha een muziekinstrument uit Angola dat bijna geheel overeenkomt met de Berimbau. In Angola zou dit instrument de Humbo worden genoemd. Een jaar later beschreef Dias de Carvalho de Rucombo uit Luanda, dit instrument komt tevens grotendeels overeen met de hedendaagse Berimbau. De inwoners bespeelden de Rucombo als een soort van ontspanning, zij bespeelden de Rucombo bijvoorbeeld in hun hutten. Rucombo bespelen noemden zij ´violam´. Andere namen die in andere streken in Afrika voor Berimbau achtige instrumenten gebruikt werden zijn: Bucongo of M´borumbumba.
De eerste harde bewijzen van het bestaan van Berimbaus in Brazilie dateren uit de periode 1832-1839. Pohl maakte een foto waarin een verkoper een Berimbau in zijn hand lijkt te hebben. De tekst die bij deze foto hoort, lijkt dit te bevestigen. De Fransman Debret maakte een tekening gebaseerd op zijn reis (1816-1831), hij beschreef hierbij de Urucongo, wat overeen lijkt te komen met de Berimbau. Andere synoniemen voor de Berimbau, die in literatuur over Brazilie terugkomen, zijn: Rucombo, Gobo, Burumbumba en Berimbau-de-Barriga.

Het onderstaande overzicht geeft een vergelijking van mogelijke synoniemen voor Berimbau tussen literatuur over Afrika en over Brazilie.

Afrika - Brazilie
Rucongo - Berrimbau-de-Barriga
Rucombo - Rucombo
Humbo - Urucongo
Hungo - Gabo
M´Borumbumba - Borumbumba

Opvallend is dat een aantal van deze woorden veel op elkaar lijken. Dit zou erop kunnen wijzen dat ze beiden dezelfde afkomst hebben welke zeer waarschijnlijk ligt in Afrika. Een voorlopige conclusie kan zijn dat de Berimbau niet ontwikkeld is in Brazilie maar dat de Berimbau een veel langere geschiedenis kent welke misschien wel terug te brengen is naar Frankrijk 15.000 v. C. De relatie tussen de Berimbau en capoeira zal in deel twee over de Berimbau behandeld worden.

dinsdag 1 december 2009

Films van het evenement in 2008

Hierbij twee korte filmpjes van het evenement in 2008. Het betreft een promo film, ook te zien op RTV Noord-Holland en de kinderbatizado.





zondag 1 november 2009

Slavernij in Brazilië deel 4: de afschaffing


Veel van de informatie uit het volgende stuk komt uit Graden, D.T. 1996. An Act “Even of Public Security”: Slave Resistance, Social Tensions, and the End of the International Slave Trade to Brazil, 1835-1856 en Hill, L.F. 1931. “The abolition of slave trade to Brazil”.



Om de slavernij een beetje te kunnen begrijpen dient men te beseffen dat de Europese “Wetenschap” van die tijd de mythe de wereld in geholpen had dat het blanke ras superieur is. De blanke Brazilianen werden in die tijd gewoon gezien als Europeanen. Voor de afschaffing van de slavernij in 1888 waren er verscheidene mensen die de afschaffing propagandeerde. Veel van deze mensen kwamen uit de kerkelijke macht (voornamelijk paters en pastoren). Maar alleen de mensen die zelf geen grond hadden, en dus geen baat hadden bij de slavernij propagandeerde de afschaffing. Joaquim Nabuco schreef in “O aboliciomismo” (de afschaffing) in 1883 onder andere dat de Afrikanisering van Brazilië een steek in het gezicht was van het moederland (Portugal) en dat Portugal dit aan zichzelf te wijten had. De slavernij leidde volgens hem tot sociale problemen en deze problemen waren het enige duurzame dat Portugal in al die jaren bereikt had. Tegen de mythe dat Europeanen superieur zijn aan Afrikanen zei hij: “Het slechte element in de samenleving zijn niet de negers zelf maar het slechte element in de samenleving is dat dit ras gereduceerd is tot gevangenen.” Nabuco zag als één van de eerste Brazilianen de slavernij, en niet het ras, als de voornaamste beïnvloedende factor van de sociale problemen. Hij concludeerde dat het gevolg van de slavernij was dat een atmosfeer gecreëerd was die iedereen deed verstijven en dat nog wel in een van de rijkste en mooiste landen van de wereld.



De harde waarheid is dat de meeste slaven erg leden. Gilberto Freyre gaf aan dat dit te zien was aan de vele lijfstraffen, zelfmoorden, de gewelddadige confrontaties met de meesters, de revoluties en de vluchtplaatsen in de jungle. Opvallend is dat al in 1711 door Antonil al een meer zachte en eerlijke behandeling van de slavenbazen aan de slaven aanbevolen werd. Hij gaf aan dat slaven hierdoor minder melancholisch zouden worden. Hij zei ook dat dit ervoor zou zorgen dat de vrouwelijke slaven opzettelijke aborties hierdoor minder zouden doorzetten, zodat hun kinderen niet hoefden te lijden net zoals zij dat deden. De fysieke en degraderende straffen leiden zorgden voor collectief verzet zoals de beroemde Quilombo dos Palmares ZIE DEEL 2 ZUMBI.


Het is een misvatting dat voor 1888 alle negers in Brazilie slaven waren, het is overigens ook een misvatting dat na 1888 de slavenhandel ook daadwerkelijk verdwenen was. Voor de afschaffing was het voor slaven mogelijk om zich vrij te kopen en in sommige gevallen werden kinderen van slaven ‘vrij’ geboren. Na de afschaffing was er sprake van illegale handel van Afrikaanse slaven.

Niet de Portugezen of Brazilianen maar de Britten speelden een leidende rol in de internationale afschaffing van de slavernij. Omdat Groot-Brittannië destijds een wereldmacht was, en omdat afschaffing van de slavernij tevens gezien werd als prestige, namen zij de leiding in de afschaffing. De eerste overeenkomsten tussen Portugal en Groot-Brittannië die een begin moesten maken aan de afschaffing van de slavernij dateren al van 1817. Deze overeenkomsten waren echter vaak tegenstrijdig, en de Portugezen hielden zich hier niet altijd aan. Niet veel later werd Brazilië onafhankelijk en kon Groot-Brittannië gaan onderhandelen met Brazilië. Op 23 november 1826 werd een overeenkomst gesloten waarin stond dat slavenhandel in 3 jaar strafbaar zou worden in Brazilië. Dit leidde in Brazilië echter tot hevig verzet omdat het land economisch afhankelijk was van de slaven, dit leidde tot een sterke toename van de slavenhandel rond 1827. Uiteindelijk werd de import van slaven in 1831 pas officieel verboden, echter zijn er aanwijzingen dat in 1838 in de regio Rio de Janeiro alleen al meer dan 40.000 slaven het land binnengesmokkeld werden. Ook na deze periode werden er nog velen slaven het land binnengesmokkeld.

In 1835 kwam, na een krantenartikel, de discussie op gang of de slaven niet beter als Afrikaanse werkers in Brazilië tewerk gesteld zouden kunnen worden. Het verschil met slavernij zou zijn dat deze Afrikanen meer geschoold zouden worden, politiek actief konden zijn (op laag niveau) en dat zij hun eigen religie mochten beoefenen. Het doel hiervan was dat deze werkers hierdoor hun situatie eerder zouden accepteren waardoor zij minder snel een bedreiging voor de blanke elite zouden vormen. Later waren er ook weer mensen van mening om juist de ex-slaven te rekruteren voor de slavenarbeid.


De ‘gouden’ wet die slavernij officieel verbood werd in 1888 aangenomen. Deze dag waren de slaven vrij om te gaan en staan waar zij wilden. Helaas heeft dit in Brazilië niet geleid tot minder sociale problemen. De voormalige slaven konden maar moeilijk werk vinden, met als gevolg dat zij veelal in Favelas (sloppenwijken) in de grote steden zijn gaan wonen. De armoede en het gebrek aan scholing leidde tot een toename van criminaliteit welke vandaag de dag nog terug te zien is in de Brazilië. De slavernij heeft dus nu nog gevolgen voor de bevolking van Brazilië.

donderdag 1 oktober 2009

Mestres: Mestre Pastinha


Mestre Pastinha 1889-1981





Waar mestre Bimba de grondlegger is voor de hedendaagse Capoeira, kan mestre Pastinha gezien worden als één van de belangrijkste personen binnen de Capoeira Angola. Overigens heette Capoeira Angola, in de tijd wanneer Pastinha met Capoeira begon, nog gewoon Capoeira en kreeg het de naam Capoeira Angola pas na de introductie van Capoeira Regional van mestre Bimba. De meeste, zo niet alle, Capoeira Angola groepen zijn op één of andere manier verbonden met mestre Pastinha, hieruit blijkt de belangrijkheid van deze persoon. Op internet is al veel informatie te vinden over deze mestre, voor wie meer wilt weten over deze mestre raad ik aan zijn naam gewoon even in Google in te typen. Informatie uit dit stuk komt voor een groot gedeelte uit het boek van mestre Bola Sete, 2001. A Capoeira Angola na Bahia.


Mestre Pastinha heeft Capoeira niet op dezelfde manier geleerd als nu gebruikelijk is. Zelf zei hij dat hij Capoeira heeft geleerd op tien jarige leeftijd en dat hij door een aaneenschakeling van toevalligheden met Capoeira in aanraking is gekomen. Mestre Pastinha was in 1899 een erg dunne tien jarige jongen. In de buurt waar Vicente Ferreira Pastinha woonde, woonde ook een veel grotere jongen die Honorato genoemd werd. Iedere keer toen Pastinha wilde gaan vliegeren, kwam deze oudere jongen naar hem toe en sloeg hij hem in elkaar. Op een dag zag een oudere man, mestre Benedito genaamd, dat de kleine Pastinha weer eens een gevecht verloor. ‘Kom op jongen’ zei mestre Benedito ‘je weet dat je hem niet kan verslaan omdat hij groter en ouder is dan dat jij bent (…) ik zal je iets van grootse waarde leren’. Mestre Benedito leerde Pastinha Capoeira, en één van de onderdelen was dat hij Capoeira leerde binnen een cirkel van stoelen, om zo de ‘Jogo de Dentro’ te leren. Toen mestre Pastinha zelf al 87 jaar oud was zei hij dat zijn mestre nog ouder was, toen hij Pastinha Capoeira leerde. Mestre Benedito vertelde Pastinha ook iets wat goede capoeiristas nu nog gebruiken. Hij zei namelijk: ‘Daag de jongen niet uit, maar laat hem langzaamaan merken wat je kunt’. Op een dag wilde de jongen weer met Pastinha vechten, de moeder van de jongen keek toe, wachtend op hoe haar zoon Pastinha in elkaar zou slaan. Toen Honorato Pastinha wilde aanvallen, liet Pastinha met één beweging zien wat hij kon, sindsdien respecteerde Honorato hem en werden zij zelfs bevriend.



Een reden dat Pastinha zo belangrijk is, is dat hij niet alleen gezien wordt als één van de beste Angoleiros (Capoeira Angola beoefenaars), maar ook omdat hij zichzelf heeft ingezet op Capoeira zo puur mogelijk te houden, zonder de fundamenten te verliezen. Je moet je voorstellen dat de overheid capoeiristas in die tijd hard aanpakten en dat de mooie tradities, de folklore en de fundamenten van Capoeira hierdoor verdwenen. Pastinha heeft zich altijd ingezet om ervoor te zorgen dat het oude Capoeira niet verdwijnt, ondanks dat dit in die periode erg moeilijk was. Hij zei zelf (in de 40’er jaren) dat criminelen de Capoeira bewegingen gebruikten om anderen aan te vallen en om wraak te nemen op rivalen en op de politie. Dit was volgens hem een treurige periode voor Capoeira omdat Capoeira niet meer werd gebruikt als gevecht tegen de slavernij en als folklore en traditie. Dit betekent echter niet dat Pastinha tegen de meer agressieve stijl van mestre Bimba was, er zijn geen documenten te vinden waar Pastinha of Bimba zich negatief over elkaar uitlaten. Samen met een aantal bekende mestres richtte Pastinha CECA op (Centro Esportivo de Capoeira Angola) waar hij de leiding over heeft gehad. De officiële stichting van de CECA vond plaats in 1952, mestre Pastinha zei zelf echter dat hij de CECA al in 1941 had opgericht en dat in 1952 de officiële formaliteiten pas rond waren. De keuze voor de naam Capoeira Angola kwam enerzijds om verschil te maken met het Capoeira Regional van mestre Bimba en anderzijds om de Afrikaanse afkomst er in te verwerken.





Mestre Pastinha was totaal geen vechtersbaas, ondanks dat had hij wel altijd een mes en twee scheermesjes opzak. Hij zei dat dit de beste verdediging was tegen brute kracht van tegenstanders. In zijn manuscripten schreef hij dat hij verschillende manieren had om zich te verdedigen tegen een mes, scheermesjes of andere wapens. Capoeiristas gebruikten in die tijd echter geen vuurwapens omdat capoeiristas volgens hem velen trucjes hadden. Mestre Pastinha was tegen het gebruik van typische Capoeira Regional bewegingen zoals meia-lua, rasteiras en chapas en hij heeft zelfs een lijst gemaakt met ‘verboden’ bewegingen waarvan hij dacht dat ze te agressief waren voor Capoeira Angola. Er zijn echter wel vele andere Capoeira Angola mestres die door de tijd heen een aantal van deze bewegingen in hun lessen opgenomen hebben. In 1981 stierf mestre Pastinha, hij was toen straatarm en nagenoeg blind. Één van zijn grootste zorgen was dat Capoeira Angola zou verdwijnen omdat hij dacht dat er te weinig mestres waren die er goed in konden lesgeven. Gelukkig is deze voorspelling niet uitgekomen en heeft Capoeira Angola na zijn dood een grote opleving doorgemaakt. Dit komt mede doordat Capoeira Angola door de hedendaagse capoeira docenten steeds vaker gerespecteerd wordt en doordat grote mestres zoals Joao Pequeno, Joao Grande (leerlingen van mestre Pastinha), Cobra Mansa, Jogo de Dentro en velen anderen aan de basis hebben gestaan van de groei van capoeira Angola in de afgelopen jaren.

dinsdag 1 september 2009

Films Batizado Caravelas Negras Holanda 2009

De batizado van cncapoeira was weer een groot succes. De eerste films van de Batizado staan on-line. Hier alvast twee samples!





zaterdag 1 augustus 2009

Mestres: Mestre Bimba

Mestre Bimba 1899-1974


Over mestre Bimba is wellicht het meest geschreven van alle mestres. Dit is op zich heel logisch aangezien zonder mestre Bimba, het hedendaagse capoeira er heel anders uitgezien zou hebben, als het überhaupt zou hebben bestaan. In een periode, waarin capoeira met veel geweld bestreden werd en waarin vele capoeiristas gevangen genomen werden of werden vermoord, was mestre Bimba één van de belangrijkste personen die capoeira overeind hielden. Mestre Bimba wordt de mestre van de mestres genoemd omdat hij, in een periode waarin capoeira verboden was en waarin capoeiristas gezien werden als criminelen, iets voor elkaar kreeg wat geen enkele capoeirista lukte. Hij wist de Braziliaanse overheid te overtuigen van de waarde van capoeira en hij was de eerste die zijn eigen capoeiraschool opende. In de periode 1927-1932 ontwikkelde hij zijn eigen stijl, Luta Regional Baiana, die aan de basis heeft gestaan van de hedendaagse contemporãnea capoeira. Bijna alle capoeira scholen zijn op één of andere manier verbonden aan mestre Bimba, met uitzondering van capoeira Angola scholen. Ik zal niet ingaan op alle verhalen die over mestre Bimba bestaan, ik zal alleen een aantal belangrijke gebeurtenissen noteren. Voor degene die geïnteresseerd zijn, er zijn twee boeken die op een leuke manier vertellen over mestre Bimba: Bira Almeida. Capoeira: A brazilian art form, History, Philosophy and Practice en Nestor Capoeira. A street-smart song: Capoeira Philosophy and Inner Life.



Manoel dos Reis Machado, Mestre Bimba, werd geboren op 23 november 1899 in Salvador. Zijn bijnaam kreeg hij van zijn moeder, Bimba refereert naar het geslachtsorgaan van een jongen. Mestre Bimba begon met capoeira op 12 jarige leeftijd bij de Afrikaan Bentinho.


Mestre Bimba ontwikkelde zich tot een bekende vechtersbaas die ook de bijnaam “Três Pancadas” kreeg, omdat hij erom bekend stond dat zijn aanvallers maximaal drie klappen van hem konden verdragen. Een bekende uitspraak van hem is dat, wanneer je iemand tegenkomt die veel sterker is dan dat jij bent, je het beste kan wegrennen. Maar als diegene je achterna komt, dan kan je hem verassen!


Uit de oude capoeira Angola stijl en uit een Afrikaanse vechtsport, (waar zijn vader kampioen in was) ‘Batuque’ creëerde mestre Bimba zijn eigen stijl ‘Luta Regional Baiana’. Het was deze innovatie die ervoor zorgde dat capoeira aantrekkelijk werd voor een groter publiek. Mestre Bimba creëerde namelijk een rationele trainingsmethode die de basis is voor huidige capoeira stijlen. De systemen van mestre Bimba bleken zo succesvol dat het aan de basis heeft gelegen voor de enorme stroomversnelling waar capoeira in is gekomen.


Mestre Bimba creeerde ook de zogenaamde ‘cintura desprezada’. Dit zijn acht sequenties, voor duo’s, van de meest belanrijke trappen, gecombineerd met acrobatiek. Hierin leert de capoeirista om altijd op zijn voeten te landen. De capoeiristas in het onderstaande filmpje geven een demonstratie van Cintura Desprezada








In 1932 opende mestre Bimba als eerste mestre een capoeira school. Op 9 juli 1937 veranderde de capoeira geschiedenis voor goed. Op deze dag werd de capoeira school van mestre Bimba officieel erkend, waarmee zijn capoeira school de eerste officiële capoeira school is. In dit jaar werd ook het verbod op capoeira opgeheven en mocht capoeira in gesloten ruimtes beoefend worden. In de tijd die volgde, was mestre Bimba de eerste die capoeira shows gaf en was hij de eerste die optrad voor een Braziliaanse president.


In 1970 besloot Mestre Bimba, op uitnodiging van één van zijn leerlingen Osvaldo de Souza, te verhuizen naar Goiânia. Mestre Bimba verkocht op een aantal herinneringen aan zijn ouders na al zijn bezittingen en vertrok. Hij was arm en hij was zeer teleurgesteld in het gebrek aan respect die hij en capoeira kreeg van zowel de overheid als de bevolking. Veel leerlingen van Bimba uit Bahia stellen dat Bimba onder valse voorwaarden naar Goiânia was gehaald. Zij zeggen dat Bimba dacht daar nog veel geld te kunnen verdienen, terwijl hij ook daar de eindjes aan elkaar moest knopen. Mestre Osvaldo de Souza wordt door een aantal personen dan ook gezien als een verrader. In een open brief van Osvaldo de Souza aan “de capoeira wereld” stelde hij echter dat hij juist één van de weinige personen was die Mestre Bimba ook daadwerkelijk heeft proberen te helpen. Hierover zal ik later nog een bericht publiceren op deze blog. Op 4 januari 1974 overleed mestre Bimba, en dit nieuws zou een dag later ook Bahia bereiken. De week die daarop volgde hielden alle capoeira scholen hun deuren gesloten, uit respect voor de mestre van de mestres.

Puxada de rede

Puxada de rede is een Braziliaanse folklore die vaak terugkomt in capoeira optredens. Puxada de rede is gebaseerd op een traditionele Braziliaanse legende.

Het verhaal:

Op een avond gaat een visser op zijn "Jangada" (een handgemaakt zeilbootje) de zee op om te vissen. Zijn vrouw heeft het voorgevoel dat er iets verkeerd kan gaan en probeert hem nog te stoppen. Hij gaat toch en zijn vrouw en kinderen blijven ongerust achter. Zijn vrouw wacht de hele nacht op hem op het strand, in de ochtend komt de Jangada terug. Zij ziet de vissers aankomen maar haar man ziet zij niet. De vissers hebben een treurige expressie op hun gezicht en haar ergste vermoedens worden waarheid, haar man is uit de Jangada gevallen. Terwijl de vissers op het strand de netten binnenhalen vinden zij het lichaam van de verdronken visser terug, zijn vrienden tillen hem op en willen hem een traditionele begravenis geven op het strand.

Een bekende text van Puxada de rede:

Mijn Jangada gaat de zee op
Ik ga werken, mijn liefste
Als god het wilt dan kom ik terug
Een goede vis, zal ik mee terug nemen
Mijn vrienden komen ook terug
En wij zullen god er voor bedanken



Hieronder staat een oud filmpje van hoe de vissers vroeger de vissen binnenhaalden.




woensdag 1 juli 2009

Interview met Mestre Bimba!

Dit interview is gehouden in Goiana, helaas is de kwaliteit van het beeld erg slecht, maar de beelden zijn super!

Enjoy!

Documentaire: Wat is Mandinga? Engels ondertiteld

De meeste mensen weten dat iedere capoeirista "mandinga" moet hebben. Maar wanneer je vraagt wat het precies is krijg je altijd een beetje een vaag antwoord. Mestres geven vaak aan dat wij (Europeanen) vaak geen mandinga hebben, of dat wij het niet in ons spel gebruiken. In het volgende filmpje (Engels ondertiteld) geven verschillende mestres hun antwoord op de vraag:"Wat is Mandinga?"


Enjoy!




Slavernij in Brazilië deel 2: Zumbi dos Palmares



Zumbi wordt gezien als een grote vrijheidsstrijder uit koloniale tijd. Hij strijde voor vrijheid van zijn volk en tegen de overheersing en onderdrukking van de blanke militairen. Hij kreeg de naam Zumbi dos Palmares (Zumbi van Palmares) omdat hij destijds één van de leiders was van een van de grootste en sterkste quilombo’s in Brazilië in de staat Pernambuco. Een Quilombo is een soort van stad waar ontsnapte slaven naar toe gingen, Palmares is de naam van de Quilombo van Zumbi.



Zumbi werd vermoedelijk in 1655 als slaaf geboren. Hij kon echter niet leven als slaaf en rond 1670 zou hij gevlucht zijn naar “os mocambos de Palmares”. Hij werd hier al snel één van de hoogste leiders en met de dood van de koning van Palmares (Ganga-Zumba) werd Zumbi de nieuwe leider van Palmares. Onder zijn leiding werd de Quilombo van Palmares steeds groter en steeds sterker. Binnen deze quilombo was een soort militair systeem aanwezig en fort bleek voor de Portugese militairen onmogelijk in te nemen. Verschillende malen probeerde de Portugese militairen de Quilombo van Palmares te vernietigen maar keer op keer stuitte zij op het verzet van de Afrikaanse strijders. Tot op 20 November 1695, toen Zumbi in een hinderlaag liep en werd vermoord. Deze hinderlaag was mede opgezet door een hebzuchtige “vriend” die de troepen van de Portugees André Furtado de Mendes hielp de hinderlaag op te zetten.



Ondanks dat de slavernij in Brazilië pas is afgeschaft in 1888, wordt Zumbi toch gezien als een belangrijke persoon die voor de afschaffing van de slavernij strijde. In verschillende plaatsen in Brazilië wordt de dag waarop Zumbi stierf gevierd als “o dia da Consciência Negra”. Deze dag, die gezien wordt als een soort “dag van de negercultuur”, is op sommige plaatsen (Onder andere Sao Paulo, Rio de Janeiro en Salvador) zelfs een officiële vrije dag geworden. Een eerbetoon aan één van de boegbeelden van het Afro-Braziliaanse verzet.



Het onderstaande filmpje geeft een impressie van die tijd. Enjoy!


maandag 1 juni 2009

Slavernij in Brazilië deel 3: Revoluties in Brazilië


In de geschiedenis van Brazilië is één revolutie de boeken in gegaan als een echte “slavenrevolutie”. Deze revolutie werd genoemd naar de Malê bevolking van Bahia. Dit waren moslim slaven die uit verschillende etnische achtergronden kwamen (Nagô, Jeje, Tapa en Bornu). De belangrijkste Malê kwamen uit het koninkrijk van Yoruba (het hedendaagse Nigeria en Benin).


De Malê revolutie


Één van de bekendste en meest invloedrijke revolutie van de Afrikanen in Brazilië is de Malê revolutie van Zondag 24 Januari 1835. Deze revolutie werd geleid door moslim slaven die bekend stonden als de Malês. De dag van deze revolutie is de dag waarop de grootste angst van de blanke elite in Bahia waarheid werd. Ongeveer zeshonderd Afrikanen, waarvan de meeste gekleed waren in witte abadás, (die destijds vaak door de Moslims werden gedragen) rende door de straten van Salvador en zij schreeuwde “Dood aan de Blanken”. De groep Afrikanen bestond uit slaven en mensen die hun vrijheid verworven hadden. Deze groep kwam niet alleen uit Salvador maar uit de hele regio. De opstand was al maanden eerder gepland. Een informant informeerde de politie echter een paar uur voor de opstand waardoor de opstandelingen het moesten opnemen tegen ongeveer 1500 goed gewapende politie mensen, legereenheden en burgers. Meer dan 70 Afrikanen en 9 blanken verloren het leven tijdens dit gevecht. Meer dan 500 slaven werden als straf, terug gestuurd naar Afrika, gevangen genomen, geslagen of zelfs geëxecuteerd. Deze mislukte opstand is de geschiedenis ingegaan als de grootste opstand van slaven, in de Zuid-Amerika.




Het moslimgeloof van de Malês gaf deze groep slaven en vrije slaven een identiteit. Met name de Nagô moslims (uit de Yoruba regio) waren erg invloedrijk in deze kringen. Zij deelden hun geloof en de teksten uit de Koran met andere Afrikanen, die vaak niet konden lezen noch schrijven. Doordat de Nagô Malês deze intellectuele capaciteiten hadden, kregen zij veel respect van de andere Afrikanen. In de ogen van de blanken waren zij echter een grote bedreiging en moesten zij kosten wat het kost een andere Malê revolutie zien te voorkomen.



De Malê revolutie werd opgevolgd door een opstand van federalisten, deze opstand stond bekend als de Sabinada. De Sabinada werd geleid door radicale liberalen, milities en legerleiders. Een paar duizend rebellen namen in de periode van november 1837 tot maart 1838 de macht over Slavador over. Vanuit de plaats Cachoeira organiseerde de overheid een tegenaanval, met behulp van plantagehouders. Ondanks dat deze opstand kwam door politieke verschillen, had het achteraf weinig invloed op de slavenhandel. Na de Malê en Sabinada revoluties waren er nog velen incidenten, waarbij vooral de periode rond 1845 erg turbulent was. De elite uit Bahia eisten van de politie om de zwarten die betrokken waren bij dubieuze activiteiten hard te straffen. Ook de plantagehouders reageerde met gruwelijke straffen, wanneer zij vermoedden dat een slaaf hun autoriteit in gevaar brachten. Burgers kregen, bij wet, zelfs geld in ruil voor informatie over activiteiten van slaven.


Ook in de jaren na de Malê revolutie was de overheid nog bang voor een herhaling. De overheidsfunctionarissen in Rio de Janeiro bleven bijvoorbeeld nog lang zoeken naar de oorzaken van de revolutie, om een dergelijke gebeurtenis in Rio te voorkomen. Zij zagen Capoeira als één van de grootste gevaren voor de openbare orde. Bendes van Capoeiristas terroriseerde de vrije bevolking van Rio de Janeiro en deze Capoeiristas gebruikte Capoeira ook tegen de politie. Slaveneigenaren in Rio de Janeiro klaagden zelfs dat een groep van vrije slaven hun slaven stalen om ze vervolgens te verkopen in Minas Gerais. Met de groei van de slavenimport steeg ook het aantal Quilombos in de eerste helft van de negentiende eeuw. De slavenhandelaren en de politie wilden hier iets aan doen maar zij kwamen er al snel achter dat zij veel geluk hadden als zij überhaupt een bevrijde slaaf te pakken konden krijgen. De Malê revolutie had ook tot gevolg dat de blanken vijandiger werden ten opzichte van de moslims. De revolutie had er echter ook voor gezorgd dat meer Afrikanen moslim wilde worden. In de jaren die volgden werden ook de Moslims vervolgt, omdat de angst bestond dat zij een nieuwe revolutie konden leiden. Men zei het volgende over de moslims.



“De islam zorgt ervoor dat de slaven geen slaven meer willen zijn en dat zij denken dat zij niet inferieur zijn aan ons. Het geeft hun waardigheid en het geeft hun een hernieuwde identiteit”.





Documentaire, Nederlands ondertiteld!

Dit is een leuke documentaire over de muziek in Capoeira. In het begin zijn er ook een aantal oude beelden met mestre Bimba! Deze docu is in het Nederlands ondertiteld!


Enjoy!


Slavernij in Brazilië deel 1: waar kwamen de slaven vandaan?

Schattingen lopen uiteen over het aantal slaven, die door de kolonisten verscheept zijn. De beste schatting is dat in de periode van drie eeuwen (1525-1851) in totaal ongeveer tussen de 3.6 miljoen en de 5 miljoen slaven naar Brazilië verscheept zijn. Dit is meer dan het dubbele van het aantal oorspronkelijke bewoners. Geschat wordt dat er in totaal ongeveer 10 miljoen slaven van Afrika naar andere landen verscheept zijn. De onderstaande grafiek geeft een overzicht van het aantal geïmporteerde slaven naar Brazilië in de periode 1781 tot 1860. In deze grafiek vallen een aantal zaken op. Verreweg de meeste slaven werden verscheept naar de regio ten zuiden van Bahia. Het tweede wat opvalt, is dat er in de periode van ongeveer 1807 en 1855 veel slaven verscheept zijn. Dit heeft wellicht te maken met de afschaffing van de slavernij door verschillende Europese landen. Denemarken deed het in 1803, Groot-Brittannië in 1834, Frankrijk in 1848, Nederland in 1863, de Verenigde Staten in 1865 (na afloop van de burgeroorlog), Portugal in 1869, Spanje in 1886 en Brazilië in 1888. De grote aantallen kunnen een teken zijn dat de slavenhandelaren de afschaffing hebben zien aankomen, met het gruwelijke gevolg dat zij in die periode nog snel geld wilden verdienen aan de slavenhandel.











Geschat wordt dat er ongeveer anderhalf miljoen indianen leefden voordat de Portugezen begonnen met het importeren van slaven uit Afrika. Er waren dus vele malen meer Afrikaanse negers in Brazilië dan Indianen en blanken. Waar de eerste slaven precies vandaan kwamen is erg vaag, vaak wordt de term Guinee gebruikt, wat in die tijd waarschijnlijk stond voor het hele gebied van het huidige Senegal tot de “Orange-river”in Lesotho. Veelal wordt ervan uitgegaan dat de eerste slaven in Brazilië voornamelijk uit Congo en Angola kwamen, en dat zij deel uitmaakten van de Bantus stam. Slaven die in de latere periodes gedeporteerd werden kwamen uit het gebied van Congo en Angola tot de Costa da Mina (de huidige golf van Guinee). In deze tijd begon de verscheping van de Yoruba bevolking uit Nigeria, de Ewe en Aja uit de Ghana, de Dahomey uit Togo, de Ashanti uit Ghana, en de Hausa en Mandinka uit Soedan. Uiteidelijk werden ook de Bantus uit Mozambique naar Brazilië getransporteerd. West-Afrikaanse negers, waaronder veel Yoruba stonden bekend onder de naam Nagos. En Lagos was de belangrijkste Afrikaanse haven van waar uit de slaven verscheept werden. De slaven die uit het binnenland kwamen, werden veelal verkregen via oorlog, als een gift of als een ruilmiddel. 

Slavenhandelaren die pombeiros of pumbeiros (vaak inheemse bewoners) genoemd werden, verkregen de slaven ook middels vreedzame methoden. Deze slavenhandelaren werden het land ingestuurd om slaven te kopen of te verhandelen, vaak keerde zij na één of twee jaar terug met enkele honderden slaven. 

De negers in Brazilië komen dus uit verschillende culturele gebieden. Grofweg kan de slavenhandel in drie culturele gebieden onderverdeeld worden. De Guinea slavenhandel, die gekenmerkt wordt door een periode van rechtenverdeling onder donateurs. De Angolese slavenhandel, van het einde van de zestiende eeuw tot driekwart van de zeventiende eeuw. En tenslotte de mijnperiode, waarin slaven gemixt werden en uit verschillende gebieden kwamen. Het was destijds beleid om verschillende groepen bij elkaar te zetten waardoor risico’s tot uitbraak en opstanden verminderd werden.

Het is belangrijk om te benadrukken dat de slaven uit verschillende klassen uit de Afrikaanse gemeenschap kwamen. Dit heeft ook gevolgen gehad voor de culturele invloed van de slaven in Brazilië. Een voorbeeld hiervan is een quote van een Franse reiziger (Tollenare) 

In Sibiró was een negerin genaamd Teresa de konining. Zij was een koningin in Cabinda maar zij was gevangen genomen en tot slavin gemaakt. Vanuit haar troon werd zij slavin van een Braziliaanse heer. Toen zij arriveerde had ze nog koperen sieraden om haar armen en benen en haar metgezellen toonden haar veel respect. Zij was hoogwaardig en zij weigerde te werken. Wij Europeanen realiseerden ons dat wij haar status moesten overwegen, maar Teresa werd ondanks dat toch gewelddadig geslagen. Zij onderschikte zichzelf aan haar lot en werd van een slechte koningin een geweldige slavin.

Betalingen werden verricht op verschillende manieren. Slaven konden worden gekocht voor dure goederen, suiker, tabak, bloem en zelfs voor rum. De schepen transporteerde nooit alleens slaven maar ook andere goederen. De reis van Angola tot Pernambuco duurde ongeveer 35 dagen, en naar Salvador duurde ongeveer 40 dagen. De populairste groep slaven waren de Bantu, men zegt dat zij onderdaniger waren, zich minder terugtrokken, meer praatten en zich gemakkelijker aanpaste aan de situatie. Een ander belangrijk aspect waarom deze groep de voorkeur kreeg was dat zij zich gemakkelijker tot het Christendom bekeerden. De moslims en de Aja waren het minst geliefd. De groep Hausa stonden bekend als zeer rebels en zij leidden de revoluties in Bahia en Brazilië in de jaren 1720, 1806, 1809, 1814, 1822, 1827, 1835 en 1838.


maandag 18 mei 2009

Capoeira Tijdlijn

Ik heb een capoeira tijdlijn gemaakt (met behulp van verschillende boeken en verschillende wetenschappelijke artikelen). Mensen die deze tijdlijn willen aanvullen met andere interessante informatie, laat svp een reactie achter en ik vul de tijdlijn aan.

Axé

Tentativa

1888
Slavernij werd in Brazilië afgeschaft.

1889
Vicente Ferreira Pastinha wordt geboren.

1890
Capoeira wordt officieel verboden door de Braziliaanse overheid. Ruy Barbosa geeft de opdracht alle documentatie over de slavernij van het ministerie van financiën te laten verbranden.

1891
Mestre Sinhozinho wordt geboren in Santos, Sao Paolo.

1895 of 1897
Manoel Henrique Pereira (Besouro Manganga) wordt geboren

23 November 1899
Manoel dos Reis Machado (Mestre Bimba) wordt geboren in Salvador, Bahia.

1900
Mestre Pastinha begint te trainen bij Mestre Benedicto

1902-1909
Mestre Pastinha gaat naar de school voor zeelieden van Bahia. (Escola de Aprendiz Marinheiro da Bahia) Hier begint hij ook capoeira les te geven aan zijn mede leerlingen.

1909
Daniel Coutinho (Mestre Noronha) wordt geboren, later zou hij één van de stichters zijn van Centro de Esportivo de Capoeira Angola.

1920-1926
Pedro de Azevedo Gordilho is de baas van de politie in Salvador, in deze periode zou hij capoeira met extreem veel geweld bestrijden.

1922
In zijn boek “eu sei tudo” (Ik weet alles) maakt professor Mário Aleixo zich hard voor het mixen van capoeira met andere vechtsporten

1924
Besouro Manganga wordt vermoord door zijn vijanden die hem in een valstrik hebben laten lopen.

1928
Aníbal Burlamáqui publiceert “Ginástica Capoeiragem Metodizada e Regrada”. In dit artikel promoot hij capoeira als sport in scholen en sportcentra. Zijn ideeën worden later overgenomen door president Vargas.

1927-1932
In deze periode ontwikkeld Mestre Bimba zijn eigen stijl, Luta Regional Baiana, en zijn eigen trainingsmethoden.

1933
Mestre Joao Grande wordt geboren

1936
Mestre Bimba introduceert “tres pancadas” (de drie slagen), want zoveel slagen had hij nodig om zijn tegenstanders buiten bewustzijn te slaan. In dit jaar zou mestre Bimba aan een aantal officiële gevechten meedoen. Zijn langste gevecht was met José Custódio dos Santos (Zéi) . Zéi hield het maar liefst vol tot de eerste minuut van de vierde ronde. Mestre Bimba werd in dit jaar “Campeão Baiano de Capoeira.” (Capoeira kampioen van Bahia)

In dit jaar begint ook Mestre Waldemar de Paixão met het beoefenen van capoeira.

1937
Mestre Bimba krijgt zijn eerste docentencertificaat van de afdeling educatie van de staat Bahia. Op 9 Juli wordt het “Centro de Cultura Fisica Regional Baiano” geregistreerd bij het ministerie van educatie en gezondheid, hiermee is de eerste officiële capoeira school een feit.

De 1930er jaren tot en met de 1940er jaren
In de buurt gengibirra in Salvador (het Liberdade district). Mestre Amorzinho is de hoofdmeester van de rodas waar vele beroemde capoeiristas in meespelen. Onder deze capoeiristas zijn de Mestres: Noronha, Onça Preta, Antonio Maré, en vele anderen. Het is ook in deze roda waar Mestre Aberre Mestre Pastinha op 23 Februari 1941 mee naar toe neemt.

1937
Het verbod op capoeira wordt opgeheven. Vanaf deze datum mag het alleen nog in gesloten ruimtes beoefend worden.

1941
Mestre Amorzinho staat er op dat Mestre Pastinha de verantwoordelijkheid overneemt voor de Capoeira Angola in het Liberdade district. Mestre Pastinha accepteert de uitdaging.

1953
Mestre Bimba ontmoet president Vargas. Vargas zegt tijdens deze ontmoeting “Capoeira is de enige echte nationale sport van Brazilië.”

1955
Carlos Senna begint met het gebruiken van een koordensysteem, gebaseerd op de kleuren van de nationale vlag van Brazilië.

5 Juli 1957
Waarschijnlijk de eerste ontmoeting tussen Mestre Pastinha en Mestre Bimba. Zij gaven beide een capoeira demonstratie op de Lagoa de Abaeté-Bahiaté.

1966
Mestre Pastinha neemt o.a. Mestres Joao Grande, Joao Pequeno mee naar Dakar (Senegal). Hier wordt het eerste capoeira optreden in het buitenland gegeven.

1968
De legendarische travestiet en capoeirista Madam Satá sterft in Rio de Janeiro. In zijn beste dagen zou Satá volgens politie rapporten een keer een politiebataljon van maar liefs 24 man hebben uitgeschakeld. Zeven man moesten het ziekenhuis in waarvan twee met gebroken armen en twee met gescheurde levers.

1972
Het nationale consulaat van sport (Conselho Nacional de Desportos) roept capoeira formeel uit tot een nationale sport. Hier worden regels opgesteld en er wordt een koordensysteem wordt door de confederatie opgezet. Het koordensysteem is gebaseerd op de kleuren van de nationale vlag. De Angoleiros nemen het koordensysteem niet over, tot op de dag van vandaag gebruiken zij geen koordensysteem.

4 of 5 februari 1974
Mestre Bimba sterft in Goiana, het nieuws zou een dag later ook Bahia bereiken.

1970-1980
Een aantal invloedrijke groepen worden opgericht, waaronder Associação de Capoeira Senzala de Santos (Mestre Sombra), Grupo Muzenza Capoeira (Mestre Burguês), Capoeira Gerais (Mestre Mão Branca) en Cordão de Ouro (Mestre Suassuna)

1981
Mestre Pastinha sterft in Salvador, Bahia

1981
Mestranda Edna Lima wordt de eerste vrouwelijke capoeira mestra en krijgt de titel van Mestre Tabosa.

1980-1990
Het fort “Forte Santo Antônio” in Salvador wordt een populair centrum voor capoeira Angola en is de basis voor de school van Mestre João Pequeno. Mestre João Pequeno promoveert in deze periode Mestres Jogo de Dentro en Pé de Chumbo. Dit is ook de periode waarin capoeira Angola een wederopstanding doormaakt. Deze wederopstanding wordt onder andere geleidt door mestres Moraes, João Grande, Cobra Mansa, Lua de Bobó, Curió, Pelé, Boca Rica, Paulo dos Anjos, en Nô.

1986
Mestre Nenel (de zoon van Mestre Bimba) opent zijn school “Filhos de Bimba Escola de Capoeira”, om de stijl van zijn vader weer onder de aandacht te brengen, hij heeft het gevoel dat deze stijl verdwijnt door de opkomst van nieuwe capoeira stijlen.

1988
Een andere invloedrijke capoeira groep Associação Brasileira de Apoio e Desenvolvimento de Arte-Capoeira (ABADA) wordt gesticht door mestre Camisa in Rio de Janeiro.

1992
Mestre João Grande emigreert naar New York.

1995
12 Juni wordt door burgemeester Giuliani uitgeroepen tot de dag van de capoeira in New York.

Mestre João Grande ontvangt zijn “Doctorate of Humane Letters” van de Upsala College in East Orange, New Jersey.

2000
Mestranda Edna Lima ontvangt een formele onderscheiding van de gemeente van New York voor haar werk voor de lokale gemeenschap.

2001
Mestre João Grande wordt onderscheiden met de “National Heritage Fellowship” door de National Endowment for the Arts.

Heden
Capoeira kent een explosieve groei in de wereld en capoeira is te beoefenen in bijna alle landen van Europa, Noord –en Zuid Amerika, Australië en veel Aziatische landen.

Capoeira krijgt steeds meer aandacht in de media en in reclames.

zondag 10 mei 2009