Schattingen lopen uiteen over het aantal slaven, die door de kolonisten verscheept zijn. De beste schatting is dat in de periode van drie eeuwen (1525-1851) in totaal ongeveer tussen de 3.6 miljoen en de 5 miljoen slaven naar Brazilië verscheept zijn. Dit is meer dan het dubbele van het aantal oorspronkelijke bewoners. Geschat wordt dat er in totaal ongeveer 10 miljoen slaven van Afrika naar andere landen verscheept zijn. De onderstaande grafiek geeft een overzicht van het aantal geïmporteerde slaven naar Brazilië in de periode 1781 tot 1860. In deze grafiek vallen een aantal zaken op. Verreweg de meeste slaven werden verscheept naar de regio ten zuiden van Bahia. Het tweede wat opvalt, is dat er in de periode van ongeveer 1807 en 1855 veel slaven verscheept zijn. Dit heeft wellicht te maken met de afschaffing van de slavernij door verschillende Europese landen. Denemarken deed het in 1803, Groot-Brittannië in 1834, Frankrijk in 1848, Nederland in 1863, de Verenigde Staten in 1865 (na afloop van de burgeroorlog), Portugal in 1869, Spanje in 1886 en Brazilië in 1888. De grote aantallen kunnen een teken zijn dat de slavenhandelaren de afschaffing hebben zien aankomen, met het gruwelijke gevolg dat zij in die periode nog snel geld wilden verdienen aan de slavenhandel.
Geschat wordt dat er ongeveer anderhalf miljoen indianen leefden voordat de Portugezen begonnen met het importeren van slaven uit Afrika. Er waren dus vele malen meer Afrikaanse negers in Brazilië dan Indianen en blanken. Waar de eerste slaven precies vandaan kwamen is erg vaag, vaak wordt de term Guinee gebruikt, wat in die tijd waarschijnlijk stond voor het hele gebied van het huidige Senegal tot de “Orange-river”in Lesotho. Veelal wordt ervan uitgegaan dat de eerste slaven in Brazilië voornamelijk uit Congo en Angola kwamen, en dat zij deel uitmaakten van de Bantus stam. Slaven die in de latere periodes gedeporteerd werden kwamen uit het gebied van Congo en Angola tot de Costa da Mina (de huidige golf van Guinee). In deze tijd begon de verscheping van de Yoruba bevolking uit Nigeria, de Ewe en Aja uit de Ghana, de Dahomey uit Togo, de Ashanti uit Ghana, en de Hausa en Mandinka uit Soedan. Uiteidelijk werden ook de Bantus uit Mozambique naar Brazilië getransporteerd. West-Afrikaanse negers, waaronder veel Yoruba stonden bekend onder de naam Nagos. En Lagos was de belangrijkste Afrikaanse haven van waar uit de slaven verscheept werden. De slaven die uit het binnenland kwamen, werden veelal verkregen via oorlog, als een gift of als een ruilmiddel.
Slavenhandelaren die pombeiros of pumbeiros (vaak inheemse bewoners) genoemd werden, verkregen de slaven ook middels vreedzame methoden. Deze slavenhandelaren werden het land ingestuurd om slaven te kopen of te verhandelen, vaak keerde zij na één of twee jaar terug met enkele honderden slaven.
De negers in Brazilië komen dus uit verschillende culturele gebieden. Grofweg kan de slavenhandel in drie culturele gebieden onderverdeeld worden. De Guinea slavenhandel, die gekenmerkt wordt door een periode van rechtenverdeling onder donateurs. De Angolese slavenhandel, van het einde van de zestiende eeuw tot driekwart van de zeventiende eeuw. En tenslotte de mijnperiode, waarin slaven gemixt werden en uit verschillende gebieden kwamen. Het was destijds beleid om verschillende groepen bij elkaar te zetten waardoor risico’s tot uitbraak en opstanden verminderd werden.
In Sibiró was een negerin genaamd Teresa de konining. Zij was een koningin in Cabinda maar zij was gevangen genomen en tot slavin gemaakt. Vanuit haar troon werd zij slavin van een Braziliaanse heer. Toen zij arriveerde had ze nog koperen sieraden om haar armen en benen en haar metgezellen toonden haar veel respect. Zij was hoogwaardig en zij weigerde te werken. Wij Europeanen realiseerden ons dat wij haar status moesten overwegen, maar Teresa werd ondanks dat toch gewelddadig geslagen. Zij onderschikte zichzelf aan haar lot en werd van een slechte koningin een geweldige slavin.